Om de prestaties van werknemers te verbeteren gebruiken coaches een verscheidenheid aan technieken.  We onderzochten de effectiviteit van enkele technieken die vaak gebruikt worden: positieve zelfspraak, doelen stellen, visualisatie en spanningsregulatie.

Hoewel deze technieken in de wereld van prestatieverbetering als best practices beschouwd worden, is er – tot op heden – geen wetenschappelijke evidentie voor de effectiviteit ervan.

Hoe komt het dan dat deze technieken, ondanks de afwezigheid van wetenschappelijke evidentie, zo vaak gebruikt worden?  Onderzoekers ontdekten aan de hand van correlationale studies dat succesvolle mensen meer zelfvertrouwen hebben, minder angstig zijn en minder negatieve gedachten hebben dan minder succesvolle mensen.  Hieruit groeide de veronderstelling dat het bevorderen van zelfvertrouwen en het reduceren of controleren van negatieve gedachten, gevoelens en gewaarwordingen de prestaties zou kunnen verbeteren.  Maar is er wetenschappelijke evidentie voor deze veronderstelling?  Nee! Het reduceren van negatieve gedachten en gevoelens verbetert, zo blijkt uit diverse studies, de prestaties niet significant.  Het verband tussen angst, zelfvertrouwen en prestaties is, zo blijkt uit een meta-analyse van Craft en collega’s, zwak.  Ook het experimenteel manipuleren van spanningsniveau leidt niet tot een verbetering van competitieve prestaties.

Wat zijn de implicaties van deze bevindingen? Na dertig jaar onderzoek hebben de onderzoekers nog steeds geen evidentie voor de effectiviteit van deze technieken.  Hoewel we niet met zekerheid kunnen stellen dat deze technieken niet werken, impliceren deze bevindingen wel dat we voorzichtig moeten zijn wanneer we deze technieken toepassen. Deze technieken toepassen omdat ze al zo lang gebruikt worden of omdat ze door succesvolle professionals gepromoot worden, is volgens Gardner en Moore vergelijkbaar met het blijven toepassen van aderlatingen. Deze techniek, lang geleden toegepast door intelligente en gerespecteerde artsen, bleek niet effectief te zijn, integendeel: de meeste mensen overleefden de techniek niet.  Wanneer de kennis rond de effectiviteit van deze techniek groter werd, werd deze dan ook verlaten en werden nieuwe methoden gezocht.  Wat zou je ervan denken als een arts deze techniek, ondanks de afwezigheid van evidentie, toch zou blijven toepassen? Wat zou je ervan vinden als een arts de bevindingen uit onderzoek naast zich neer zou leggen en zou zeggen: “Dit is nu eenmaal wat we doen.”?  De afwezigheid van evidentie voor de effectiviteit van deze technieken vormt, volgens Gardner en Moore, een uitnodiging om onze comfortzone te verlaten en de meerwaarde van nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen te onderzoeken.

Wat zijn de nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen? Acceptance and Commitment Training biedt een evidence-based alternatief voor de bovenstaande technieken.